Fann-gebergte

Geweldig natuurschoon

Het is bijna onmogelijk om alle schoonheid van het Fann-gebergte in één artikel op te sommen. Het Fann-gebergte staat vooral bekend om zijn prachtige meren. Het Alauddin-meer wordt ommuurd door de hoogste toppen van het Fann-gebergte. Met verschillende andere kristalheldere meertjes eromheen, is het Alauddin-meer één van de meest betoverende locaties die je je kunt inbeelden.

Iskanderkul is het grootste meer en heeft een diepte tot wel 72 meter. Iskanderkul, vernoemd naar Alexander de Grote, is één van de meest iconische plekken van Tadzjikistan. De Kulikalon-meren zijn een andere schitterende plek. Deze idyllische meren liggen verspreid over een plateau op 2800 meter hoogte dat zich over enkele vierkante kilometers uitstrekt tegen een achtergrond van torenhoge rotswanden.

De vallei van Haft Kul herbergt zeven langgerekte meren die stapsgewijs op verschillende niveaus liggen. Dit zijn slechts enkele voorbeelden van de prachtige meren die het Fann-gebergte te bieden heeft. De meren worden gevoed door smeltwater van de met sneeuw bedekte toppen dat uiteindelijk via talloze rivieren, beekjes en watervallen wordt afgevoerd naar de grote Zerafshan-rivier in het noorden.

Bereik grote hoogten​

Ook al spannen de Pamirs de kroon in Tadzjikistan wat betreft absolute hoogte, schiet het Fann-gebergte maar nauwelijks tekort. Om een idee te krijgen: met hoogtes boven de 5000 meter is het Fann-gebergte hoger dan alle gebergtes in Europa.

Het Fann-gebergte grenst aan de bergketens van Hissar en Zerafshan, die samen deel uitmaken van de Pamir-Alay. Deze bergketen is de westelijke uitloper van het Pamirgebergte en begon zich te ontwikkelen na de botsing tussen de Indiase en Euraziatische continenten ongeveer 60 miljoen jaar geleden.

Het hoogste punt van het Fann-gebergte is de Chimtarga-piek op 5489 meter. Direct onder de Chimtarga-piek loopt de hoogste wandelroute over een pas van 4750 meter. De met sneeuw bedekte Chimtarga-pas biedt een spectaculair uitzicht over het hele Fann-gebergte.

Een tiental andere toppen zijn ook hoger dan 5000 meter, en daarnaast zijn er ontelbare toppen boven de 4000 meter. Waar je ook loopt, je bent altijd omringd door gigantische bergwanden. Als je door het Fann-gebergte trekt, loop je het grootste gedeelte van de tijd op hoogtes tussen de 2000 en 4000 meter. Trektochten op zulke grote hoogten vragen veel van je uithoudingsvermogen en vereisen een goede fysieke voorbereiding.

Natuur en wildlife​

Het ecosysteem van het Fann-gebergte heeft zijn eigen karakter wat betreft vegetatie en dierenrijkdom. De hoge bergruggen vormen natuurlijke barrières die de ontwikkeling van een unieke biodiversiteit mogelijk hebben gemaakt. Jeneverbesbomen zijn zeer kenmerkend voor het Fann-gebergte en komen veel voor langs rivieren in de lagergelegen valleien. Boven de 3000 meter is vegetatie schaarser en wordt het landschap voornamelijk gekenmerkt door graslanden en kale rotshellingen.

Het dierenleven is divers, hoewel de grotere wilde beesten relatief zeldzaam zijn. Desalniettemin is het zeker mogelijk om bijvoorbeeld bruine beren te spotten, zoals langs de oevers van Iskanderkul.

Lokale leven​

Verscheidene kleine dorpjes liggen verspreid door het Fann-gebergte. De meeste plaatsjes bieden onderdak en daarmee een onderbreking van het overnachten in een tentje in de buitenlucht. Vooral in de valleien in de noordelijke delen van het Fann-gebergte zijn meerdere dorpen te vinden. In het zuiden is Sarytag het meest in het oog springende dorpje, dicht bij het Iskanderkul-meer.

Afgezien van de dorpen zijn er her en der ook geïsoleerde huizen te vinden of mensen die simpelweg leven in tentachtige constructies. Wees niet verbaasd om uitgenodigd te worden voor een praatje en een kopje thee als je langsloopt.

Het Fann-gebergte herbergt enkele historische locaties die dateren uit de tijd van de vergane Sogdiana-beschaving. De bekendste archeologische vindplaats in de omgeving is de oude stad Sarazm, die ongeveer 4000 tot 5000 jaar geleden werd bewoond en op de werelderfgoedlijst van UNESCO staat.

Momenteel wonen er nog steeds volkeren in de bergen ten noorden van Dushanbe, van wie de voorouders rechtstreeks naar de Sogdiërs kunnen worden herleid. Het Yagnobi-volk bijvoorbeeld spreekt een lokale taal die opmerkelijk onveranderd is gebleven sinds de Sogdische tijd.

Trekkings​

Het Fann-gebergte bieden geweldige wandelmogelijkheden. Het terrein is zeer geaccidenteerd met een afwisseling van steile kliffen en diep ingesneden valleien. De paden zijn zelden vlak, waardoor wandelen een echte uitdaging is. De uitzichten die je ervoor terugkrijgt, zijn het desalniettemin allemaal waard.

We hebben een aantal tochten met verschillende moeilijkheidsgraden uitgezet die je langs de beste plekken van het Fann-gebergte leiden. Ben je klaar om deze prachtige bergen te verkennen? Bekijk dan onze trektochten en zet de eerste stap naar een onvergetelijke trekkingervaring.

Beste reistijd

De beste periode voor trektochten in het Fann-gebergte is van mei tot september, wanneer de temperaturen het aangenaamst zijn. Eerder in het voorjaar kan er nog sneeuw op de paden liggen - de meeste wandelroutes bereiken hoogten boven de 3000 meter. Na september worden de trekkingomstandigheden minder ideaal naarmate de temperaturen dalen en de dagen korter worden. Zeker als je veel kampeert, kunnen de kortere dagen het allemaal minder comfortabel maken. Tegen het einde van de herfst begint de eerste sneeuw meestal weer te vallen.

De hoeveelheid neerslag in het Fann-gebergte varieert gedurende het jaar. In de zomer en vroege herfst valt er bijna helemaal geen regen. In het voorjaar valt er aanzienlijk meer regen in de regio en moet je voorbereid zijn door goede regenkleding mee te nemen.

Aarzel niet om contact met ons op te nemen voor vragen over trektochten in het Fann-gebergte!